Windmolens worden vaak te dichtbij woonwijken neergezet. Dat zegt audioloog Jan de Laat op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek. “De windmolens zijn veel krachtiger dan eerder. Dat betekent dat je ze verder van een woonwijk moet plaatsen.”
Windmolenparken in aanleg roepen veel weerstand op bij bewoners. En dat is terecht, vindt audioloog Jan de Laat van het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij deed internationaal onderzoek dat nog niet gepubliceerd is en vertelt nu alvast wat er volgens hem moet veranderen in Nederland. Daarbij speelt het steeds hoger en krachtiger worden van de windturbines de hoofdrol.
Hoge molens verder weg
Er staan in Nederland veel windmolens van 50 meter hoog. Ze zijn niet erg effectief, maar kunnen ook niet veel kwaad. Die kun je volgens Jan de Laat zonder problemen op een afstand van 500 meter van een woonwijk plaatsen. Maar zodra ze hoger worden, moet je de afstand vergroten. Daar wordt in Nederland nog geen rekening mee gehouden.
In Denemarken en enkele andere landen hebben ze wel een stelregel die betrekking heeft op de hoogte: de afstand tot de bebouwde kom is ongeveer 10 keer de hoogte van de turbine. Dus als er turbines gepland staan met een hoogte van 150 meter, dan moet de afstand tot de bebouwde kom 1500 meter zijn.
Een gedachte over “Windmolens te vaak te dicht bij woonwijken, blijkt uit onderzoek: ‘Voorkom leed door goed te plannen’”
Medestanders, het plaatsen van windmolens druist tegen de artikelen 21 en 22 van de grondwet in. Het is daarom onbegrijpelijk dat rechters toch hun goedkeuring geven aan het plaatsen van windmolens. Zeker als je in achting neemt dat zulke ingrijpende zaken alleen maar mogen “naar de laatste stand van de wetenschap”. M.a.w, het is al in het buitenland al onderzocht en vastgesteld, maar helaas nog niet wettelijk vastgelegd, dat windturbines op een afstand van tenminste 10 maal de tiphoogte van bebouwing dienen te zijn verwijderd. De norm waar men in Nederland mee schermt, 400 meter, stamt uit 2011 en is gerelateerd aan de toen gebruikelijke hoogte van windturbines van 75 meter. Kortom, de politiek en de wetgever lopen zoals gebruikelijk weer achter de feiten aan. Echter de conclusie luidt: het mag bekend verondersteld zijn/is bekend bij de diverse overheden dat de afstand windturbine t.ov. bebouwing, in overeenstemming met de artikelen 21 en 22 van de grondwet, 10 maal de tiphoogte dient te zijn en daarom dient de Rijks-, regionale- en lokale overheid erna te handelen.